Generatie I
1 Jan Hepkes Wouda, vellenkoopman, geboren op 04-11-1862 te Surhuisterveen, overleden op 16-04-1939 te Surhuisterveen op 76-jarige leeftijd.
Ongehuwd.
Zie Gen. Jaarboekje 1988 blz. 125 e.v. door K.P. de Boer.
Zie ook: Ut it Gea fan Sterke Hearke door Dam Jaarsma, Leeuwarden 1987.
Jan Hepkes Wouda woonde in Surhuisterveen, schuin tegenover de Doopsgezinde Kerk. Hij was een bijzonder persoon met een zeer rijke fantasie die als de mannen van de buurt bij de 'leugenbank' aan de vaart bij de Feikedraai bij elkaar kwamen, menig sterk verhaal heeft verteld.
Jan Hepkes bleef ongehuwd. Samen met Tjitske bleef hij in het ouderlijk huis wonen. Tjitske en Jan hadden een winkeltje in het huis aan de Vaart. Daar verkochten ze allerhande huishoudelijke artikelen zoals koffie, thee, suiker, stroop, vijgen, zeep, petroleum, maar ook boenders, dweilen e.d. Bij goede klanten bezorgde Jan de boodschappen thuis met zijn fiets.
Jan Hepkes was handelaar in vellen van kleine dieren zoals mollen, ratten, bunzingen e.d. en grote dieren zoals kalveren en koeien. De kleine velletjes haalde hij op bij de mensen aan huis, de grote vellen kocht hij van de slagers in de wijde omtrek. De vellen haalde hij op met de hondenkar waarvoor hij twee honden had gespannen.
Later kocht hij een grote transportfiets met voorop een grote mand waarin de vellen vervoerd werden. Jan was verzot op zijn fiets, hij heeft er menig sterk verhaal over verteld. De fiets noemde hij in zijn verhalen: Fytske. Als iemand hem vroeg waarom een fiets een naam moest hebben en dan ook nog Fytske, verklaarde hij dat zijn fiets hem even na was als zijn moeder Wytske.
Achter zijn huis had hij een put waarin de grote vellen behandeld werden. Ze werden met gemalen eikenschors en aluin bestrooid om ze zacht te maken en ze te conserveren. Ook kon het haar door deze middelen gemakkelijker verwijderd worden. Als de put open ging, kwam er een ontzettende stank vrij. De kleine velletjes verkocht hij aan Turksma in Drachten, de grote vellen leverde hij aan de firma Van Buren in Leeuwarden.
Jan maakte over alles wat er gebeurde een eigen sterk verhaal. Of het nu over de appels in de tuin van de Doopsgezinde pastorie ging, zijn werk als maaier, over het snoekvissen, het schaatsen, hij wist er altijd wel een verhaal van te maken. Jan was een verwoed visser, vooral op snoek. Bij de mannen van de 'leugenbank' bij de Feikedraai vielen zijn verhalen over de immens grote vissen die hij ving in goede aarde. Ook als hij met zijn handel onderweg was en onderweg in een café iets dronk, kwamen er steevast sterke visverhalen boven. De snoeken werden met de week groter.
Thuis was Jan een ander persoon dan hij bij de weg was. Onderweg was hij fel in zijn gesprekken, wist alles beter, zijn verhalen waren altijd sterker dan die van zijn toehoorders.
Dit brak hem ook wel eens op. Tegen een ambtenaar op het gemeentehuis was hij eens zo bot en obstinaat, dat hij werd opgepakt en berecht. Hij werd op 27 juni 1885 veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf wegens 'wederspannigheid'. De straf zat hij uit in de gevangenis van Groningen. Een van zijn vrienden, de onderwijzer Theunis Schurer, stuurde hem met Nieuwjaar een lang gedicht om hem op de hoogte te brengen van de wetenswaardigheden uit It Fean.
Thuis echter deed hij precies wat Tjitske hem opdroeg. Hij liet zich door zijn zes jaar oudere zus bemoederen; zij zorgde ervoor dat hij niet al te gekke streken uithaalde.
Ook vertelde Jan de sterke verhalen niet thuis, Tjitske was er beslist niet van gediend. Ook mocht hij als hij de boodschappen voor haar rondbracht onderweg geen sterke verhalen vertellen.
Eigenlijk was hij een verlegen persoon die door opscheppen zich een houding gaf en stoerder overkwam dan hij in wezen was.
Bij Tjitske moest alles schoon en opgeruimd zijn. Ze zat achter Jan aan om zijn slordig uiterlijk, hij mocht zich graag verwaarlozen. Hij was vaak 'roech yn 't burd', had lang haar en bleef in zijn vieze kleren rondlopen. Maar als Tjitske zei 'en no nei de kapper' dan ging Jan.
Tot op hoge leeftijd bleef Jan zijn verhalen op de leugenbank bij de Feikedraai vertellen, ook nadat zijn zuster Tjitske was overleden in 1928. Jan Hepkes zelf overleed op 16 april 1939 in Surhuisterveen. Het hele dorp nam afscheid van een bijzondere inwoner die menigeen met zijn verhalen had vermaakt.
Jan Hepkes bleef in gedachten doorleven. Ter gelegenheid van de opening van het Munten- en Penningkabinet in Surhuisterveen werd er in opdracht van de Spaar en Voorschotbank door Suze Boschma-Berkhout een beeld van Jan Hepkes gemaakt. Op 1 december 1987 werd door Tjitske van Wijk-Wouda en Jan Wouda het beeld onthuld. Op de sokkel staat de tekst:
Keapman en ferteller fan sterke ferhalen.
Hy makke lytse dingen grut en gewoane dingen bysûnder.
(Tekst: Douwe de Graaf, Marum).
Generatie II
2 Hepke Feikes Wouda, koopman, geboren op 25-01-1826 te Surhuisterveen, overleden op 11-12-1892 te Surhuisterveen op 66-jarige leeftijd. Begraven op 15-12-1892 te Surhuisterveen.
Gehuwd op 28-jarige leeftijd op 16-11-1854 te Achtkarspelen met de 28-jarige
3 Wytske Foppes Veenstra, geboren op 27-12-1825 te Opeinde, overleden op 21-01-1905 te Surhuisterveen op 79-jarige leeftijd.
Generatie III
4 Feike Wiebrens Wouda, verver, glasmaker, huisschilder, geboren op 18-02-1791 te Kortwoude onder Surhuizum, overleden op 25-09-1853 te Surhuisterveen op 62-jarige leeftijd.
Gehuwd op 25-jarige leeftijd op 18-05-1816 te Surhuizum met de 19-jarige
5 Grietje Jans Dijkstra, geboren op 14-03-1797 te Stroobos, gedoopt op 19-03-1797 te Gerkesklooster, overleden op 09-05-1875 te Surhuisterveen op 78-jarige leeftijd.
6 Foppe Jans Veenstra, boer, geboren op 23-05-1778 te Surhuisterveen, overleden op 10-12-1839 te Opeinde op 61-jarige leeftijd.
Gehuwd op 38-jarige leeftijd op 16-04-1817 te Smallingerland met de 24-jarige
7 Tjitske Ruurds de Graaf, boerin, geboren op 16-06-1792 te Drachten, overleden op 27-05-1864 te Opeinde op 71-jarige leeftijd.
Generatie IV
8 Wiebren Feikes Wouda, molenaar, bakker, geboren 00-10-1762 te Kortwoude onder Surhuizum, gedoopt op 04-02-1791 te Surhuisterveen, overleden op 27-09-1816 te Surhuisterveen.
1811: Wouda, Surhuisterveen, Mairie Surhuizum, fol. 31v.
Gehuwd op 09-05-1790 te Surhuisterveen met
9 Trijntje Taekes van Teeken, geboren rond 1767 te Surhuisterveen, overleden op 15-03-1837 te Surhuisterveen.
10 Jan Binderts Dijkstra, koopman, geboren op 16-08-1771 te Stroobos, overleden op 01-05-1829 te Stroobos (Achtk.) op 57-jarige leeftijd.
Gehuwd (1) op 22-jarige leeftijd op 18-05-1794 te Gerkesklooster met Hylkje Berends Hovinga, 26 jaar oud (zie 11).
Relatie (2) met N.N.
11 Hylkje Berends Hovinga, winkelierse, gedoopt op 14-06-1767 te Niehove, overleden op 18-08-1821 te Stroobos (Achtk.) op 54-jarige leeftijd.
12 Jan Lourenzes, geboren ca. 1740, overleden voor 1812.
Mogelijk zoon van Lourens Lieuwes.
Gehuwd op 12-10-1766 te Opeinde met
13 Sjoukje Roels, geboren rond 1745 te Opeinde, overleden op 26-04-1812 te Opeinde.
14 Ruurd Durks de Graaf, arbeider, veenbaas, geboren op 20-08-1752 te Noorder Drachten, overleden op 19-03-1828 te Noorder Drachten op 75-jarige leeftijd.
1811: De Graaf, Noorder Drachten 186, Mairie Drachten, deel 1, fol. 112.
Gehuwd op 31-jarige leeftijd op 23-11-1783 te Drachten met
15 Wytske Jentjes, geboren rond 1754 te Boornbergum, overleden op 04-01-1818 te Noorder Drachten.
Generatie V
16 Feike Wybrens, roggemolenaar, bakker, geboren 00-00-1734 te Surhuisterveen, gedoopt op 28-01-1762 te Surhuisterveen, overleden op 26-09-1780 te Kortwoude.
Gehuwd ca. 1760 met
17 Harmke Gerbens, geboren rond 1740, gedoopt op 29-01-1761 te Surhuisterveen, overleden op 20-11-1789 te Kortwoude onder Surhuizum.
Gehuwd (1) ca. 1760 met Feike Wybrens (zie 16).
Gehuwd (2) op 07-10-1781 te Surhuisterveen met Folkert Jans.
18 Teake Sapes van Teeken, boer, veenbaas, koopman, geboren 00-05-1742 te Surhuisterveen, gedoopt op 11-02-1769 te Surhuisterveen, overleden op 25-06-1821 te Surhuisterveen.
Gehuwd ca. 1765 met
19 Aaltje Hepkes, winkelierse, geboren 00-03-1743 te Witveen onder Oostermeer, overleden op 01-12-1826 te Surhuisterveen.
20 Bindert Doekeles, voerman, scheepsjager, gedoopt op 13-04-1738 te Gerkesklooster, overleden voor 1784.
Gehuwd op 27-jarige leeftijd op 12-05-1765 te Gerkesklooster met
21 Rinskje Piers, geboren ca. 1741, overleden op 07-05-1823 te Gerkesklooster.
Gehuwd (1) op 12-05-1765 te Gerkesklooster met Bindert Doekeles, 27 jaar oud (zie 20).
Gehuwd (2) op 14-07-1783 te Gerkesklooster met Berend Jillings Zwart, geboren rond 1753, overleden op 31-10-1836 te Achtkarspelen.
22 Berend Gerrits Hovinga, landbouwer, geboren ca. 1722 te Niehove.
Relatie met
23 Grietje Abrahams, geboren ca. 1741.
24 Lourens Lieuwes, koopman, overleden 1789-1790.
Relatie met
25 N.N.
26 Roel Fokkes, landbouwer, geboren rond 1706 te Oudega, overleden op 25-11-1780 te Rottevalle onder Opeinde.
Hij was boer te Opeinde op stem nr. 7 (voor een deel) en stem 8.
Ondertrouwd op 04-11-1731 te Opeinde met
27 Antje Foppes, geboren rond 1697 te Lippenhuizen, gedoopt op 26-01-1744 te Rottevalle/Witveen, overleden op 16-05-1767 te Rottevalle onder Opeinde.
Gehuwd (1) ca. 1717 met Bareld Theunis, boer, geboren rond 1695 te Opeinde, overleden op 06-03-1729 te Opeinde.
Ondertrouwd (2) op 04-11-1731 te Opeinde met Roel Fokkes (zie 26).
28 Durk Ruurds, vervener, geboren rond 1726 te Drachten, overleden rond 1796 te Noorder Drachten.
Gehuwd op 17-10-1751 te Drachten met
29 Tjitske Jacobs, geboren 00-00-1733, gedoopt op 03-02-1741 te Drachten, overleden voor 1796 te Noorder Drachten.
30 Jentje Pieters, boer, arbeider, gedoopt op 31-10-1723 te Boornbergum, overleden te Trimunt onder Marum.
Quotisatie 1749: f. 19-1-0, sober.
Gehuwd op 23-jarige leeftijd op 26-02-1747 te Boornbergum met de 17-jarige
31 Sytske Hendriks, gedoopt op 07-08-1729 te Kortehemmen, overleden te Trimunt onder Marum.
Bovenstaand overzicht, 5 generaties, is het topje van de ijsberg. Wilt U een zeer uitgebreid overzicht met honderden voorouders, hun partners en kinderen, neem dan contact op met de samensteller. Op basis van onkostenvergoeding maakt hij graag een uitgebreid boekwerk.