Kwartierstaat van Geert Ludzer Mak

Laatst bijgewerkt: maandag 06 januari 2014 Geschreven door Martinus Jongsma

Kwartierdrager

1    Geert Ludzer Mak, geboren op 04‑12‑1946 te Vlaardingen.
Geert Ludzer Mak werd geboren te Vlaardingen op 4 december 1946 als jongste kind van de gereformeerd predikant Catrinus Mak en zijn vrouw Geertje van der Molen. Hij groeide op in Leeuwarden en Hurdegaryp en doorliep in Leeuwarden het Gereformeerd Gymnasium.
Over het gezin waaruit hij komt heeft hij veel geschreven in De Eeuw van Mijn Vader.
Vanaf 1965 studeerde hij rechten en sociologie aan de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam. Daarnaast werkte hij, tussen 1970 en 1972, ook als fractiemedewerker van de Pacifistisch Socialistische Partij in de Tweede Kamer.
Van 1972 tot 1975 doceerde hij staatsrecht en vreemdelingenrecht aan de Universiteit van Utrecht. Van 1975 tot 1985 was hij redacteur van het weekblad De Groene Amsterdammer, waarbij hij zich vooral bezighield met stedelijke en immigratieproblematiek.
Vanaf 1985 was hij onder meer medewerker en stadsredacteur van NRCHandelsblad en buitenlandredacteur van de VPRO‑radio. Voor deze omroep maakte hij een groot aantal reisreportages, met name uit de Verenigde Staten, Azië, Oost‑Europa en de onttakelende Sovjet‑Unie.
In 1985 schreef Mak zijn eerste boek, The Amsterdam Dream, over `het probleem Amsterdam', drie jaar later gevolgd door Aangeschoten wild, een boek over de bestuurlijke cultuur van Nederland, dat hij samen met de bestuursfilosoof Paul Kuypers schreef. In die periode schreef hij tal van artikelen en essays over bestuurlijke en stedelijke kwesties.
Tegelijk was hij actief binnen de groep journalisten en auteurs die de zogenaamde literaire non‑fictie nieuw leven wilden inblazen. In 1990 hoorde hij tot de medeoprichters van het Fonds voor Bijzondere Journalistieke Projecten en van het literaire non‑fictietijdschrift Atlas. Ook bundelde hij journalistieke en historische ooggetuigenverslagen in Reportages uit Nederland (1991, later herdrukt als Ooggetuigen van de vaderlandse geschiedenis) en, samen met René van Stipriaan, in Ooggetuigen van de Wereldgeschiedenis (1999).

In 1992 verscheen De Engel van Amsterdam , een anatomische les over de Nederlandse hoofdstad en tegelijk een serie portretten van zijn bewoners. De bundel werd drie jaar later gevolgd door Een kleine geschiedenis van Amsterdam. Deze populaire geschiedenis van de stad werd in 1996 genomineerd voor de Gouden Uil en vertaald in het Duits, Tsjechisch, Hongaars en Engels. Bij een breed publiek werd Mak bekend met zijn Hoe God verdween uit Jorwerd (1996), een zo langzamerhand klassieke beschrijving van de snelle teloorgang van de Europese boerencultuur. Het boek won in 1999 de Henriëtte Roland Holstprijs en beleefde vertalingen in Duits, Frans en Engels.
In 1997 volgde de monografie Het Stadspaleis, een geschiedenis van het Paleis op de Amsterdamse Dam en in 1998 verscheen als Boekenweekessay Het Ontsnapte Land, een historisch en tegelijk actueel reisverslag door het hedendaagse Hollandse landschap. In de zomer van 2000 wandelde hij voor de RVU‑televisie door Nederland, in de voetsporen van twee studenten uit 1823, Jacob van Lennep en Dirk van Hogendorp, die daarvan een levendig verslag hadden nagelaten. Tegelijk werd een door Marita Mathijsen hertaalde versie van Van Lenneps verslag gepubliceerd.
Maks meest populaire boek verscheen in 1999: De Eeuw van Mijn Vader, een geschiedenis van Nederland in de twintigste eeuw, nauw verweven met de geschiedenis van zijn eigen familie, die hij aan de hand van bewaarde brieven, ansichtkaarten, interviews en ander materiaal reconstrueerde. Van De eeuw werden inmiddels meer dan een half miljoen exemplaren verkocht, er verschenen vertalingen in het Duits, Hongaars, Deens en Indonesisch. Na een stemming onder het Nederlandse publiek verwierf het boek de Trouw Publieksprijs voor het Nederlandse Boek.

In datzelfde jaar 1999, het laatste jaar van het millennium, reisde hij voor NRCHandelsblad twaalf maanden kriskras door Europa en publiceerde iedere dag een notitie op de voorpagina van de krant. Het werd een reisverslag door het continent en tegelijk door de tijd: dag na dag werd tegelijk het Europese geschiedenisverhaal van de twintigste eeuw verteld, voorzien van talloze lokale observaties en gesprekken met ooggetuigen. In 2004 verscheen het boek In Europa. Ook dat was een enorm succes: er werden meer dan 350.000 exemplaren verkocht. Het verscheen ‑ of zal verschijnen ‑ in het Duits, Hongaars, Italiaans, Spaans, Frans, Engels, Pools, Noors, Japans, Oekraïns, Turks en Grieks. In Europa werd door Roel van Broekhoven verfilmd tot een 35‑delige TV serie, die door Geert Mak werd gepresenteerd en door de VPRO werd uitgezonden in het seizoen 2007/2008 en 2008/2009. En net als De eeuw van mijn vader won Mak met In Europa de NS Publieksprijs voor het Nederlandse Boek.
In 2004 publiceerde hij, na de moord op Theo van Gogh, een tweetal pamfletten: Gedoemd tot kwetsbaarheid en, als reactie op zijn critici, Nagekomen flessenpost. Hij haalde daarin fel uit tegen, wat hij noemde, 'de handelaren in angst'. Hij zag de crisis in de Nederlandse samenleving niet enkel als een probleem tussen gevestigden en nieuwkomers, maar als een gecompliceerder vraagstuk en spoorde aan tot voorzichtigheid en matiging. Tegelijk hield hij een vurig pleidooi voor het behoud van klassieke Nederlandse waarden als vrijheid, openheid en tolerantie. Dit standpunt werd hem, althans op dat moment, niet overal in dank afgenomen.
In het voorjaar van 2007 verscheen van Mak het Boekenweekgeschenk De Brug. Het is een reisverslag over nog geen vijfhonderd meter: de Galatabrug die het traditionele en het meer moderne deel van Istanbul met elkaar verbindt. Mak bivakkeerde wekenlang op de brug, en deelde lief en leed met de ‑ vaak straatarme ‑ passanten en straatverkopers. Met De Brug waren twee bijzondere dingen aan de hand. Ten eerste is Mak sinds 1983 de eerste auteur van het Boekenweekgeschenk die niet zijn sporen verdiend heeft met het schrijven van romans, maar met zogenoemde literaire non‑fictie. En ten tweede was het boekje al gedurende de Boekenweek ook in een Turkse versie beschikbaar. Inmiddels zijn ook een Duitse, Engelse en Griekse vertaling verschenen van De Brug. In datzelfde voorjaar leidde hij een drietal discussierondes in over de toekomst van Europa op paleis Noordeinde, met onder andere Krysztof Pomian, Robert Cooper en Bronislaw Geremek ‑ de neerslag verscheen onder de titel Paleis Europa. Samen met de historici Piet de Rooy, Jan Bank, René van Stipriaan en Gijsbert van Es werkte hij in diezelfde periode aan het project Verleden van Nederland, dat in 2008 onder meer uitmondde in een eigentijds, ontnuchterend en vaak ook verrassend `nationaal' geschiedenisboek. Voor zijn Duitse lezers schreef hij een beknopt en persoonlijk portret van zijn vaderland: Niederlande.
Tussen 2000 en 2003 bekleedde Geert Mak namens de stad Amsterdam het ambt van bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam in de grootstedelijke problematiek, de zogenaamde Wibautleerstoel. In dat kader hield hij tal van lezingen over de stad, onder andere bij de introductie van prinses Maximá in de hoofdstad. In 2001 verscheen zijn oratie over het ideale stadsbeeld van de Amsterdammers door de eeuwen heen, De Goede Stad. Het is ook de titel van een bundeling van verspreide geschriften die in 2007 verscheen.

Wegens zijn verdiensten voor de stad Amsterdam kreeg Geert Mak in 2002 de IJ‑prijs. Twee maal werd hij gekozen tot historicus van het jaar. In 2004 kreeg hij een eredoctoraat van de Open Universiteit in Heerlen voor zijn verdiensten op het gebied van geschiedschrijving. Voor zijn boek In Europa ontving hij de prestigieuze Leipziger Buchpreis zur Europaïsche Verständigung (2008) en de Otto von der Gablentzpreis (2009). De Franse regering benoemde hem tot Ridder in het Légion d' Honneur.
Geert Mak is gehuwd en woont deels in Amsterdam, deels in Friesland.
Zijn boeken verschijnen ‑ op de twee delen Ooggetuigen na ‑ bij uitgeverij Atlas.
Tekst: Edwin Krijgsman.


Parentatie I

2    Catrinus Mak, predikant Ger. kerk, legerpredikant, ziekenhuispredikant, geboren op 28‑09‑1899 te Schiedam, overleden op 03‑07‑1983 te Drachten op 83‑jarige leeftijd, begraven te Leeuwarden.
Zie: Leeuwarder Courant d.d. 26‑09‑1964 (Ds. C. Mak, geref. predikant, 65 jaar ‑ "Slechtste jaren van mijn leven waren de beste"). Gehuwd 00‑00‑1924 met
3    Geertje van der Molen, geboren op 24‑05‑1901, overleden op 07‑08‑1987 te Drachten op 86‑jarige leeftijd, begraven op 10‑08‑1987 te Leeuwarden.

Parentatie II

4    Catrinus Mak, eigenaar zeilmakerij, geboren op 30‑03‑1860 te Schiedam, overleden 00‑00‑1931.
Gehuwd op 28‑jarige leeftijd op 06‑03‑1889 te Schiedam met de 21‑jarige
5    Catharina Gille, geboren op 09‑02‑1868 te Rozenburg.

6    Gjalt Ludzers van der Molen, onderwijzer, hoofd van de afd. landbouw en veeteelt melkfabriek Hollandia, geboren op 15‑03‑1869 te Drachten.
Gehuwd op 24‑jarige leeftijd op 25‑05‑1893 te Gaasterland met de 24‑jarige
7    Anna Johannes de Rooij, geboren op 13‑12‑1868 te Balk, overleden op 23‑12‑1948 te Vlaardingen op 80‑jarige leeftijd.

Parentatie III

8    Jacobus Mak, geboren op 26‑01‑1828 te Schiedam.
Gehuwd op 23‑jarige leeftijd op 17‑09‑1851 te Schiedam met de 24‑jarige
9    Henderijntje Hille, geboren op 05‑01‑1827 te Schiedam.

10    Aart Gille, geboren op 11‑08‑1843 te Rozenburg, overleden op 26‑06‑1907 te Schiedam op 63‑jarige leeftijd.
Gehuwd op 22‑jarige leeftijd op 13‑07‑1866 te Rozenburg met de 28‑jarige
11    Sara van der Hoek, geboren op 01‑09‑1837 te Oudenhoorn, overleden op 02‑03‑1907 te Schiedam op 69‑jarige leeftijd.

12    Ludzer Petrus van der Molen, bakker, bakkersknecht, geboren op 08‑09‑1837 te Drachten, overleden op 30‑11‑1927 te Leeuwarden op 90‑jarige leeftijd.
Gehuwd op 27‑jarige leeftijd op 30‑03‑1865 te Smallingerland met de 22‑jarige
13    Antje Gjalts Welling, geboren op 13‑04‑1842 te Oudega, overleden op 30‑06‑1881 te Smallingerland op 39‑jarige leeftijd.

14    Johannes Bernardus de Rooij, gemeenteveldwachter, geboren op 19‑07‑1829 te Marssum, overleden op 14‑11‑1888 te Balk op 59‑jarige leeftijd.
Gehuwd op 33‑jarige leeftijd op 16‑10‑1862 te Oostdongeradeel met de 35‑jarige
15    Gertje Martinus Klaver, geboren op 12‑04‑1827 te Dokkum, overleden na 1888.

Parentatie IV

16    Jacobus Mak, geboren op 26‑01‑1786 te Schiedam, gedoopt op 29‑01‑1786 te Schiedam.
Gehuwd (1) ca. 1805 met Trijntje Gerrits Baron, gedoopt op 28‑05‑1786 te Schiedam, overleden op 16‑08‑1822 te Schiedam op 36‑jarige leeftijd.
Gehuwd (2) op 37‑jarige leeftijd op 18‑09‑1823 te Schiedam met Hendrika Tillenburg, 28 jaar oud (zie 17 ).
17    Hendrika Tillenburg, geboren op 03‑05‑1795 te Schiedam.

18    Jan Jacobs Hille, geboren op 23‑08‑1801 te Schiedam.
Relatie met
19    Catharina Jacobs van der Kraan, geboren op 17‑07‑1802 te Schiedam.

20    Arij Gille, geboren rond 1805, overleden 00‑07‑1883 te Rozenburg.
Gehuwd op 30‑04‑1835 te Rozenburg met
21    Catharina Kwak, geboren rond 1812, overleden 00‑03‑1904 te Rozenburg.

22    Maarten van der Hoek.
Relatie met
23    Arendtje van der Hof.

24    Petrus Wybes van der Molen, bakker, geboren op 04‑11‑1796 te Grootegast, gedoopt op 06‑12‑1796 te Grootegast, overleden op 18‑06‑1879 te Rottevalle (Achtk.) op 82‑jarige leeftijd.
Gehuwd op 20‑jarige leeftijd op 10‑05‑1817 te Smallingerland met de 18‑jarige
25    Antje Oenes van der Meer, geboren op 04‑01‑1799 te Ureterp, gedoopt op 28‑04‑1799 te Ureterp, overleden op 09‑10‑1862 te Drachten op 63‑jarige leeftijd.

26    Gjalt Wytzes Welling, veerschipper, geboren op 07‑01‑1796 te Oudega, gedoopt op 07‑02‑1796 te Oudega, overleden op 16‑06‑1846 te Oudega op 50‑jarige leeftijd.
Gehuwd (1) op 23‑jarige leeftijd op 08‑05‑1819 te Smallingerland met Trijntje Reinders Kielstra, 22 jaar oud, geboren op 11‑04‑1797 te Oudega, gedoopt op 30‑04‑1797 te Oudega, overleden op 15‑06‑1826 te Oudega op 29‑jarige leeftijd.
Gehuwd (2) op 33‑jarige leeftijd op 07‑02‑1829 te Smallingerland met Jeltje Hanzes Herder, 24 jaar oud (zie 27).
27    Jeltje Hanzes Herder, geboren op 12‑05‑1804 te Oudega.

28    Bernardus de Rooij, tabakskerver, geboren rond 1789 te Leeuwarden.
Gehuwd op 27‑11‑1814 te Leeuwarden met
29    Carolina Frederika Cerski (Zirschky).

30    Martinus Alles Klaver, geboren rond 1800 te Dokkum.
Gehuwd op 05‑06‑1826 te Dokkum met
31    Louize Jans van Assen, geboren rond 1800 te Aalzum.

 

Bovenstaand overzicht, 5 generaties, is het topje van de ijsberg. Wilt U een zeer uitgebreid overzicht met honderden voorouders, hun partners en kinderen, neem dan contact op met de samensteller. Op basis van onkostenvergoeding maakt hij graag een uitgebreid boekwerk.

 

Hits: 12332
Web Analytics